Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de vennootschapsbelasting 1969

 

Artikel 6a
1
Van de belasting wordt op verzoek vrijgesteld een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, welker doel en feitelijke werkzaamheid bestaat uit de belegging van gelden of andere goederen en die uitsluitend belegt in financiële instrumenten, met toepassing van het beginsel van risicospreiding, waarbij de aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid (rechten van deelneming) op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa van de instelling direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald (vrijgestelde beleggingsinstelling).
2
Het eerste lid vindt slechts toepassing indien de beleggingsinstelling een naamloze vennootschap of een fonds voor gemene rekening is, of een lichaam dat is opgericht of aangegaan naar het recht van de Nederlandse Antillen, Aruba, een lidstaat van de Europese Unie of een staat in de relatie waarmee een met Nederland gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is waarin een bepaling is opgenomen die discriminatie naar nationaliteit verbiedt voor lichamen die overigens in dezelfde situatie verkeren als naar Nederlands recht opgerichte of aangegane lichamen, die naar aard en inrichting vergelijkbaar is met het hiervoor genoemde naar Nederlands recht opgerichte of aangegane lichaam.
3
Voor de toepassing van dit artikel worden onder financiële instrumenten verstaan:
a
financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, met uitzondering van zaken en rechten als omschreven in artikel 17a, eerste lid, onderdelen a en b, van deze wet;
b
derivatencontracten voor de overdracht van kredietrisico;
c
opties, futures, swaps, termijncontracten en andere derivatencontracten die betrekking hebben op klimaatvariabelen, emissievergunningen, inflatiepercentages of andere economische statistieken en die in contanten moeten worden afgewikkeld; en
d
financiële contracten ter verrekening van verschillen.
4
Een lichaam wordt uitsluitend met ingang van een jaar als vrijgestelde beleggingsinstelling aangemerkt.
5
Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt uiterlijk ingediend in het jaar met ingang waarvan het lichaam als vrijgestelde beleggingsinstelling wil worden aangemerkt. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
6
Indien een lichaam in de loop van een jaar niet langer voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van de belasting, wordt het lichaam met ingang van dat jaar bij een voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur niet meer als vrijgestelde beleggingsinstelling aangemerkt.
7
Op verzoek van de vrijgestelde beleggingsinstelling wordt zij niet meer als zodanig aangemerkt. Het verzoek, bedoeld in de eerste volzin, moet zijn ingediend voorafgaande aan het jaar met ingang waarvan het lichaam niet meer als vrijgestelde beleggingsinstelling wil worden aangemerkt. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AA1120, Eerste aanleg - meervoudig, 97/0201
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    18-03-1998
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Gerechtshof Arnhem Tweede meervoudige belastingkamer nummer 97/0201 U i t s p r a a k op het beroep van *Stichting X te *Z, hierna te noemen: belanghebbende) tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen *P op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de haar voor het jaar 1994 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting...
  • LJN AA1171, Eerste aanleg - enkelvoudig, 94/1653
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    09-07-1996
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    G E R E C H T S H O F A R N H E M BELASTINGKAMER Nr. 94/1653 Het gerechtshof te Arnhem, derde enkelvoudige belastingkamer; Gezien het beroepschrift van Stichting *X, gevestigd te *Z, ingekomen op 3 oktober 1994 en gericht tegen de uitspraak d.d. 30 augustus 1994 van de inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen...
  • LJN AO1927, Eerste aanleg - meervoudig, 02/03439
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    16-01-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Stichting tot exploitatie van een dorpshuis komt in aanmerking voor teruggaaf van regulerende energiebelasting (art. 36l, lid 11, Wet belastingen op milieugrondslag)
  • LJN BI7346, Hoger beroep, BK-07/00593
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    09-06-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    Vennootschapsbelasting. Belastingplicht. Art. 2, lid 1, d, Vpb (tekst 2003). Het Hof is van oordeel dat de activiteiten van belanghebbende zijn aan te merken als het drijven van een onderneming.
  •